Recensie over: De geur van kolen

Nu U achterin Uw boek De geur van kolen zo nadrukkelijk tot reageren uitnodigt kan ik het niet laten en wil U hartelijk danken voor Uw boek dat bij mij bijzondere jeugdherinneringen naar boven bracht.
Mijn ouders verhuisden eind 1931 naar Terwinselen, Heistraat 51, ik was toen 3 maanden oud. Wij vertrokken naar Heiloo/Alkmaar in 1942 en ik heb dus mijn kinderjaren in Zuid Limburg doorgebracht. Mijn vader was predikant in de Ned. Hervormde Kerk. Terwinselen komt maar een enkele keer in Uw boek voor maar alles wat U schrijft over de streek kwam daar voor: De alles overheersende mijn en de RK kerk .Achter ons huis keken wij op tegen de steenberg van de Wilhelminamijn. Geregeld daalde fijn kolengruis neer op het buitenhangend wasgoed. Mijn moeder haalde de luiers van de waslijn en sloeg ze dan even uit,zodat het gruis wegdwarrelde. Wij vonden dat heel gewoon. Op 15 augustus waren wij altijd heel verbaasd wanneer wij ‘s morgens buiten kwamen: wat is het stil, wat gek..Maria Hemelvaart was de enige dag in het jaar dat de mijn stil lag..Van lawaai van de mijn herinner ik me niets, wel van die vreemde stilte op die dag. Mijn jongste zus werd op 15 augustus 1935 in de Vroedvrouwenschool in Heerlerheide geboren. Haar namen Anna Elisabeth...familienamen. De zusters kwamen echter wel tien keer aan mijn moeder vragen of daar niet Maria bij moest..Die naam weglaten kon toch niet bij zo”n bijzondere geboortedag..
Ik ging naar de Christelijke Wilheminaschool in T. en daar manifesteerde zich het standsverschil tussen de mijnwerkerskinderen.Men speelde nauwelijks met elkaar en het verschil in kleding was heel duidelijk. De mijnwerkerskinderen hadden vaak dezelfde jurken,ongeacht het gezin...Ze kregen die van de bedeling of diaconie. Het waren fleurige stoffen,maar alleen zo jammer dat ze allemaal hetzelfde waren. Sommigen droegen ook een schort. Zelf kreeg ik ooit op Sinterklaas een schortje kado waar ik zo blij mee was dat ik het ook naar school wilde dragen. Mijn moeder zei nog:Zou je dat wel doen, maar ik wilde opscheppen met mijn schort...Het pakte anders uit: ik werd uitgelachen om mijn schort...Ik hoorde immers tot de kinderen die geen schort droegen....Ik schaam me nog om mijn reactie : ik deed het schort snel af en zei: per ongeluk aangehouden....aldus mijzelf verloochenend...Kostelijk dat je zoiets je leven lang onthoudt...
Overigens was het onderwijs prima ondanks dat er soms drie klassen bij elkaar zaten met een onderwijzer...en dan die diverse nationaliteiten..de naam van een klasgenoot die ik graag mocht was Walther Taparissek, ik denk een Tsjechische naam..Zijn broertje Fritzje vond ik te bleek..Terecht..want ineens verscheen hij niet meer,gestorven aan TBC. Wij zongen in de klas: “Daarboven juicht een grote schaar van kinderen rond Gods Troon.Verlost van zonde en van gevaar zijn...”De rest weet ik niet meer, maar wel dat mijn vader mopperde dat de hygiëne in de woningen te wensen overliet. Hij werkte in die dagen aan zijn proefschrift. Je mocht toen ook een niet wetenschappelijke these bij je stellingen opnemen. De zijne was: Hoger pensioen voor de mijnwerkers...Mijn ouders stemden toen Christelijk Historisch,maar braken later door: eerst P.v.d.A, toen PSP vanwege de kwestie Indonesie..
Wat ik niet genoemd zie zijn de bombardementen. Ik denk van 1941-1942. De Engelsen (Tommies) dachten waarschijnlijk dat ze al in het Roergebied waren wanneer ze de schoorstenen van de Staatsmijnen zagen en wierpen (brand)bommen af. Het meeste lawaai maakte nog het afweergeschut van de Duitsers. Wij hadden een kelder met veel afdelingen. Een afdeling werd ingericht als slaapkelder.. Op het laatst wachtten wij niet op het luchtalarm ,maar gingen tevoren al daar slapen. Soms kwamen ook de buren bij ons schuilen. We raakten eraan gewend...Veel doden vielen er in Terwinselen niet. Veel en veel later kwamen wel oorlogstrauma’s boven bij mijzelf en een van mijn broers...De angst was toch ergens blijven zitten..
Een heel fijne herinnering bewaar ik aan de Operettevoorstellingen die door de mijnen georganiseerd werden voor alle scholen. Heel mooi aangekleed en hoog niveau. Ik herinner me nu nog enkele liedjes daaruit.
Mijn ouders waren schaatsliefhebbers. Helaas was er haast geen water. De pastoor bracht uitkomst. Hij stelde zijn roeivijver ter beschikking en daar heb ik dan ook schaatsen geleerd, wanneer tenminste de vijvers van Strijthagen niet toegankelijk waren....Wij gingen overal te voet naar toe of ook wel op de fiets. Mijn ouders namen nooit een auto, ook later niet...
Het Limburgs dialect heb ik nooit gekend,wel kon ik het toen verstaan en een klein zangerig toontje ging er later in Holland snel af. Mijn oudste zus (1928) ging naar de School van het Heilig Hart in Heerlen met Zuster Xavier aan het hoofd. Ook daar uitstekend onderwijs...Zelf was ik in de maand Mei graag Katholiek geweest. De processie kwam langs ons huis in de Heistraat met al die schattige bruidjes. Strooiend bloemen uit een mandje. Zo’n jurkje wilde ik ook, maar ik kreeg het niet....Wel heb ik altijd affiniteit behouden, ook nu nog, met de rituelen van de RK kerk..Naast de tolerante houding van mijn ouders komt dat vast door die bruidjes...
Zo zou ik, oud mens van 82, nog door kunnen gaan, maar ik stop. Het deed me plezier dit op te schrijven. Ik heb van Uw boek genoten vooral van die dertiger jaren...
In het vroege voorjaar van 1942 verhuisden wij naar Holland. Daar geen bombardementen, wel honger...
Dat ik met vreugde aan mijn bewogen jeugd terugdenk, komt ongetwijfeld door de geborgenheid die ik ondervond in ons grote, warme gezin. Politiek bewustzijn werd me met de paplepel ingegoten en daar heb ik later als linksliberale politicus veel plezier van gehad.

Recensie door: Elida K. Tuinstra - Voormalig lid Eerste en Tweede Kamer namens D66