Recensie over: De geur van kolen
Manuel Kneepkens maakte me enkele weken geleden opmerkzaam op een recensie
die hij geschreven had naar aanleiding van uw boek De geur van Kolen.
Getriggerd door zijn tip schafte ik het boek uiteraard direct aan. En las
het in één ruk uit. Omdat u uw emailadres in het boek heeft prijsgegeven met
het verzoek eventueel te reageren: bij deze dus!
Ik heb uw boek met ontroering gelezen. Niet in de laatste plaats om uw
persoonlijke verhaal maar ook omdat vrijwel elke regel een schok van
herkenning bij me teweegbracht: verdomd, zo was het, da's waar ook, zo was
dat toen, ja, die weg, die straat in Heerlen...
Vanwaar deze herkenning? Mijn jeugd en pubertijd lag in Terwinselen/Heerlen.
Mijn vader was werkzaam op de Wilhelmina. M'n kleuterschool lag aan de
Winselerstraat in Terwinselen, m'n lagere school was de Nutsschool aan de
Oliemolenstraat in Heerlen (intussen allang gesloopt), en m'n middelbare
school was het Grotius aan de Akerstraat. Kortom, de vormende jaren lagen in
Heerlen. Tot op de dag van vandaag hoor ik de stoomlocomotieven gillend
stoom afblazen op hun rangeerterrein midden in de nacht voor de steenberg
Wilhelmina...
U heeft een geweldig kritisch en doorwrocht boek geschreven, over iets wat
kennelijk onuitroeibaar is vanaf toen tot en met de dag van vandaag, daar
in die blinde darm van Nederland, ook wel Z-Limburg geheten: cliëntelisme,
vriendjes, handjeklap, gekonkel, achterkamertjes, ritselende bankbiljetten,
besmuikt wegkijken dan wel de handen in alle devote onschuld hopeloos ten
hemel heffen. Met als meest recent vraagteken natuurlijk het vanwege
plotselinge stroomstoring verloren gaan van een cruciaal telefoongesprek
tussen die onverbeterlijke Van Rey en staatssecretaris Teeven.
Heerlen heb ik na 30 jaar in 2004 voor het eerst weer eens bezocht. Een
ontluisterende ervaring. Met een bibberige viltstift geschreven A4tjes met
de tekst 'Te koop' achter de ruiten van slonzige leegstaande winkelruimtes,
schrootjesgevels aan de buitenkant half-verrot en verzakt, een
betonnen kolos, ook wel winkelcentrum genoemd, in het hart van de stad,
waarin 4 mensen wat verdwaasd ronddolen, enz enz, door u verder afdoend
beschreven en geanalyseerd in uw boek. Lelijke stad, zielloze stad, treurige
stad. Maar verdomd, café Bijsmans aan de Akerstraat bestaat nog steeds. Daar
dronk ik ooit in 1967 het eerste glaasje bier van m'n leven; heb daar in
2004 opnieuw een biertje gedronken.
Nogmaals dank en complimenten voor uw fantastische boek, dat voor mij niet alleen een 'sentimental journey' was, maar waarin uiteindelijk ook alles staat wat eens onvermijdelijk gezegd moest worden.
Recensie door: Jan Bais