Recensie over: De witte kamer

De witte kamer
Jan Schurgers



De witte kamer vormt het decor van het verhaal. Naarmate duidelijk wordt waarom de hoofdpersoon zich daar bevindt, wordt de kamer minder wit. Maar het uitzicht door dat kleine raampje blijft hetzelfde.
Aanvankelijk heeft onze hoofdpersoon geen idee waar hij zich bevindt of waarom. Maar zijn geheugen komt langzaam terug, enigszins geholpen door de visites van een raadsman.
Af en toe komt er iemand anders mee, en dan stellen ze hem vragen. Ze zijn bezig met het uitpluizen van het verleden van de man, die al snel weer weet dat hij een drinker is. Een alcoholist is hij, en het gedwongen afkicken valt niet mee. Maar naarmate hij helderder wordt komt zijn geheugen terug en denkt hij terug aan zijn jeugd en aan wat waarschijnlijk de reden is dat hij zich daar in die kamer bevindt.

Hij was de oudste in een gezin met twee kinderen. Zijn jongere zusje is omgekomen bij een dramatisch ongeluk, waar zijn moeder haar enige zoon de schuld van gaf. Ze zei tevoren al tegen hem dat hij een ramp was, omdat hij geboren was op 1 februari 1953, de dag van de Watersnood. Misschien was dat toen nog enigszins schertsend bedoeld, maar na het overlijden van Alida keek ze hem met de nek aan. Hij was niets waard, een lastpost en zo behandelde ze hem ook. Helaas voor de jongen was zijn vader niet bij machte daar verandering in te brengen. De man keek zijn vrouw naar de ogen en wilde het liefst alles wat ze deed goedkeuren. Dus, zo bekende hij jaren later, wilde hij het niet opnemen voor zijn zoon. Hij zweeg.
De jongen groeide op in een harde wereld. Zijn ouders hadden een slagerij, waar nog door de slager zelf geslacht werd. Toen de jongen op school niet echt mee kon komen, werd hij thuisgehouden en moest hij de dieren die gekocht waren doodschieten.

Een triest verhaal, maar geen reden om in deze instelling te zitten waar hij blijkbaar niet uit mag.
Wat heeft hij gedaan? Waarom krijgt hij bezoek van een raadsman?
Wat was er zo erg dat hij het verdrinken moest in de alcohol?

Pas in de loop van het verhaal waarin heden en verleden elkaar afwisselen wordt duidelijk wat de misdaad was, en wat het motief. De dader – als hij de dader is – hebben we al.
En dan rest een belangrijke vraag: is deze man dader of slachtoffer?
Wat is de conclusie van de lezer?

Een aparte thriller. Zo wordt het boek genoemd, een thriller. Maar al is er wel een spanningsboog – je wilt tenslotte wel weten wat hij gedaan heeft – is die niet zo sterk dat het een thriller is. Meer een psychologische roman, waarbij het verhaal geheel verteld wordt door de man die verondersteld wordt een dader te zijn. Er zijn enkele prachtige beelden in dit boek te vinden: de jongen die Franciscus van Assisi als zijn voorbeeld ziet moet dieren doodschieten. En die kever in zijn kamer, hij kan het niet over zijn hart verkrijgen het dier dood te trappen.


Jan Schurgers (Valkenburg, 1946) is onderwijzer. Zijn romandebuut was in 1986: ‘de Ondergang’.


ISBN 9789079226344| paperback | 188 pagina's | Leon van Dorp | januari 2017

© Marjo, 8 november 2017

Recensie door: Leestafel - Marjo van Turnhout