Recensie over: Berini

Beste Dick,

Wat een feest der herkenning is ‘Berini’ voor mij.
Het zal wel komen omdat we allebei van dezelfde generatie zijn, de roemruchte generatie van de babyboomers.
Ondanks het feit dat we elkaar pas sinds kort kennen (dankzij de literaire matinee vorig jaar in het Theater in Landgraaf) vielen me spontaan de overeenkomsten op in belangstelling, hobby’s en vreemde tics.

Neem nu de neiging om overal en altijd een boekwinkel binnen te lopen, je weet maar nooit wat je er aantreft. Dankzij Berini weet ik dat het een gemiste kans was dat ik dat niet ook in Saigon heb gedaan, want daar schijn je heel interessante boekwinkels te hebben.

Berini laat zich lezen als de geschiedenis van een generatie waarvoor twee dingen belangrijk waren: politiek en popmuziek.
Persoonlijk ben ik destijds met de popmuziek begonnen.
Daarom was het een waar genoegen om in Berini ongeveer mijn hele platenverzameling van toen te zien langskomen: Marina van Rocco Granata (dat ik als jongetje van acht vaak op familiefeestjes heb gezongen), The house of the rising sun van The Animals (het eerste nummer dat ik op piano leerde spelen), Gloria van Them (vaste prik op optredens van ons schoolbandje) en niet te vergeten Reach out I’ll be there van The Four Tops, die ik decennia later nog een keer in The Greek Theater in Los Angeles heb zien optreden, maar toen waren het al bejaarde mannen, al konden ze nog steeds de danspasjes uitvoeren die kenmerkend waren voor de soulacts van de jaren zestig. Net als Dick was ik groot fan van Eric Burdon. Helaas heb ik een paar jaar geleden de fout gemaakt een concert van hem in Paradiso bij te wonen, het bleek een onaangename, grimmige man te zijn geworden, die alleen nog hees geschreeuw voortbracht en zich uiterst onbeschoft gedroeg tegen de zaal; soms vallen je jeugdhelden alsnog van hun voetstuk.

Leuk vond ik ook om te lezen, dat Dick veel luisterde naar piratenzenders als Radio Veronica, Radio Caroline en Radio London, want dat deed ik ook. Een beetje naïef vond ik de passage, waarin Dick beschrijft dat hij erachter kwam dat die zenders zich niet door idealisme maar door commerciële overwegingen lieten drijven, want dat zat er eigenlijk wel een beetje in.
Dick voelde zich zelfs regelrecht belazerd. Van zulke gewetenswroeging heb ik nooit last gehad. Sterker nog: ik ben nog steeds een trouw bezoeker van de jaarlijkse radiodag in het Amsterdamse hotel Casa 400, waar je legendarische dj’s als Johnnie Walker, Keith Skues en Roger Twiggy Day in levenden lijve kunt ontmoeten. Sommige vormen van jeugdsentiment gaan nooit over, zelfs niet op je zesenzestigste.

Net als Dick ontdekte ik in de jaren zestig langzaam maar zeker de protestmuziek: Pete Seeger, Joan Baez, Bob Dylan, Boudewijn de Groot en de Eindhovenaar Armand, die ik vlak voor zijn dood nog heb mogen interviewen voor ‘Met het Oog op Morgen’. Wat een grappig oranje haar had hij! Je dacht echt dat je met muziek de wereld ten goede kon veranderen. Ook dat hoorde bij het evangelie van mijn generatie. Het bewijs is helaas nooit geleverd.

En daarmee zitten we al midden in de protestbeweging van die dagen: tegen de apartheid in Zuid-Afrika, tegen de Amerikaanse bombardementen op Vietnam, tegen de dictatuur in Spanje, Portugal en Griekenland, tegen de gewelddadige rechtse staatsgreep in Chili. Alles ademde politiek, zeker als je aan Universiteit van Amsterdam studeerde. Wat Dick en ik allebei hebben gedaan, Al was er wel een verschil. Dick studeerde Neerlandistiek in het Lambert ten Catehuis, ik Politicologie. Hij omschrijft zichzelf als een gematigde sociaaldemocraat die zich niet door al te radicale denkbeelden liet meeslepen, van mezelf kan ik dat niet volhouden. Waarmee heb ik niet allemaal gedweept in die tijd: de Werkgroep Werkende Jeugd, de Bedrijfsgroep Amsterdam, de Karl Marx Groep, de Kommunistiese Eenheidsbeweging Nederland (Marxisties-Leninisties) die zich later omdoopte in de SP en niet te vergeten de CPN. Avonden lang gingen zitten in discussies over nijpende vragen als: heeft de arbeidersklasse baat bij de songteksten van John Lennon? Het heeft me nog jaren gekost om me aan het linkse sektarisme te ontworstelen. Achteraf kan ik alleen maar beamen dat Dick groot gelijk had, dat hij zich de moeite heeft bespaard.

Er is nog een overeenkomst tussen Dick en mij: we zijn allebei fan van Wolf Biermann, de Duitse zanger waaraan de we ondertitel ‘Ich möchte am liebsten wegsein, und bleibe am liebsten hier’ te danken hebben. Door het boek moest ik opeens weer denken aan het optreden van Biermann dat ik in de jaren zeventig bijwoonde in het Concertgebouw in Amsterdam, vlak na zijn ‘Ausbürgerung’ uit de DDR. Opeens begon een oudere man achter in de zaal te zingen. Hij hief het lied van ‘Die Moorsoldaten’ aan, over dwangarbeiders in de Duitse kampen van de jaren dertig. Het was Henk Gortzak, oud-verzetsman die in de jaren ’50 op grove manier uit de CPN was gezet. Vanaf het podium zong Biermann mee. Het was één van de indrukwekkendste momenten die ik ooit heb meegemaakt. Goed om in het boek te lezen, hoe Dick op speurtocht door Duitsland is gegaan om Biermann te ontmoeten.

Tot zover de overeenkomsten en verschillen tussen Dick en mij, Want zijn boek bestrijkt een veel breder terrein. Van de Tweede Wereldoorlog en de ‘Stolpersteine’ die daaraan herinneren tot zijn liefde voor het Franse chanson. Van zijn belevenissen in Heerlen en Rotterdam tot die in Vlaanderen, Vietnam en Oekraïne. Dick is een man met een brede belangstelling en hij heeft daar op veel verschillende plaatsen in de wereld blijk van gegeven. Soms dacht ik bij het lezen: hoe heeft hij dat in hemelsnaam in een mensenleven weten te combineren? Het is een verslag van een rijk leven.

Mooi dat dat nu in boekvorm is verschenen.

En Dick, zoals we in de jaren zestig zeiden: dit is pas het begin!
Dank voor dit eerste exemplaar.

Max van Weezel is op de radio presentator van ‘Met het oog op morgen’, iedere zaterdagavond op Radio 1 tussen 11 en 12 uur en van Argos, iedere zaterdagmiddag tussen 2 en 3 uur op Radio 1. Hij was jarenlang Binnenhof-watcher voor het opinieweekblad Vrij Nederland en schrijft nog altijd voor deze krant, die inmiddels een maandblad is geworden. Hij schreef verschillende boeken over de actuele situatie in Nederland samen met Margalith Kleijwegt en met Leonard Ornstein de biografie van Frits Bolkestein.

Recensie door: Reactie van Max van Weezel, op de ontvangst van het eerste exemplaar van ‘Berini – ich möchte am liebsten weg sein, und bleibe am liebsten hier’ van Dick Gebuys